Ze zijn nieuwsgierig. Die Grieken uit het evangelie willen weten wie die Jezus nu eigenlijk is. Dat is al heel wat. Deze week heb ik een honderdtal leerlingen van het Fioretti-college in Veghel gehad waar díe nieuwsgierigheid er niet van afdroop. Wel nieuwsgierig naar hoeveel ik verdien in de abdij en naar mijn seksleven.
Ze zijn 14, 15 jaar oud… Waar Jezus voor staat komt hen niet scherp voor de geest ook al zijn de meesten gedoopt, hebben hun eerste communie gedaan (want dan krijg je een fiets) en sommigen ook nog hun vormsel (want dat hoort er dan bij).
Die Grieken uit het evangelie zijn nieuwsgierig. Ze hebben van die Jezus horen vertellen, Ze hebben horen vertellen over een ongecompliceerde boodschap van hoop en van liefde, over zijn nabijheid aan mensen, vooral aan de armen en kwetsbaren, over zijn vermogen om wonderen te doen door zijn aanwezigheid, over zijn vergeving.
Dat maakt die Grieken nieuwsgierig. En wat krijgen ze dan te horen? Een verhaal over een graankorrel die pas een mooie, hopen we, volle aar zal geven als hij eerst helemaal in de aarde verpietert, als bijna dood. Jezus neemt een universeel beeld op. Ik denk dat het Hem op dat moment bezig houdt. Hoe zal ik dood gaan? De wolken pakken zich al boven Mij samen, Ik komt in zwaar weer. De joodse overheden zijn het zat. Jezus maakt te veel los bij die mensen van toen. Ze durven weer vrijuit te leven, zonder de ballast van een rigide geloofsmoraal. Dat maakt die Jezus en zijn Blijde Boodschap tot dynamiet in een vastgeroest, godsdienstig systeem.
Paus Franciscus die afgelopen dinsdag vijf jaar paus was, krijgt dezelfde tegenstand. Sommige gelovigen vinden dat hij er maar een potje van maakt. Zelfs kardinalen en bisschoppen willen van hem klare taal. Maar de klare taal van vrijheid, van eigen verantwoordelijkheid, van keuze voor de kwetsbaren en de vluchtelingen, die taal staat hen niet aan. Ze willen eigenlijk dat de paus hun taal overneemt. In wezen zijn ze bang om te veranderen. Geloven houdt echter altijd veranderen in. Het is dus een kwestie van ongeloof, van niet willen geloven dat het ook anders, nabijer kan. Nabijer aan mensen, nabijer aan God.
Het antwoord van Jezus aan die Grieken – en ook aan ons – is als het ware een ‘overkill’. Ze… wij zijn nieuwsgierig en we krijgen dan een pittige boodschap terug, meer dan waar we in eerste instantie om verlegen zitten. Dit evangelie is dan ook gekozen omdat over een week de Goede Week begint met aan het einde Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Pasen. Dan wordt het altijd spannend want het gaat om The Passion the Passion of Christ. Het gaat om dood en leven. Ook over onze eigen dood, ons eigen leven. Wat we hier in de kerk vieren, moet altijd ook gaan over ons eigen bestaan.
Jezus denkt na over wat Hij bijdraagt aan zijn tijdgenoten. Hij denkt na over de boodschap van zijn leven wanneer Hij eenmaal gestorven is, ter dood is gebracht. Dit laatste is Hem intussen wel duidelijk. Een neef van mij – hij was 87 jaar oud – kreeg van de specialist te horen dat hij nog maar drie maanden te leven had. Zijn reactie: ‘Ik heb een mooi leven gehad en ik weet waar ik naar toe ga.’ Dat is geloof en het is bemoedigend voor ons. Hij wist ‘waar hij naar toe ging’. Die neef van mij had een voorbeeld: deze Jezus die zich nu ook voorbereid op waar Hij naar toe gaat. En de plek waar Hij naar toe gaat heeft te maken met de liefde van God, zijn Vader. De plaats waar Hij naar toe gaat is Liefde.
Volgende week zondag is het al weer Palmzondag en de Goede Week begint. Laten we er wat van maken. Voor ons zelf. Het is gewoon goed voor ieder van ons om stil te staan bij onze eigen menselijkheid, kwetsbaarheid. Dit is goed voor ons eigen hart. Ook ieder van ons zal een keer als de graankorrel in de aarde gelegd worden. Het is geen verloren tijd om daarbij stil te staan. We hoeven niet overvallen te worden door de eindigheid van ons bestaan. We kunnen fier gelovig de weg van ons leven gaan. Er is er ons één voorgegaan, Jezus de Christus. De weg van iedere mens, de weg van dood en leven, is voor ons al gebaand. Met dit vertrouwen wordt ons bestaan zoveel rustiger. En meer verbonden.
Joost Jansen, Abdij van Berne