U begrijpt dat de laatste zin van het evangelie voor mij veel troost geeft. Ook al zouden we hier maar met twee of drie bijeen zijn dan is de Heer toch in ons midden met zijn kracht, met zijn geborgenheid, met zijn liefde. Maar ja, wat koop je er voor? Je kunt dan wel in zulke woorden geloven, zet het ook zoden aan de dijk voor mijn dagelijkse dag?
En die dagelijkse dag is gevuld met mooie dingen maar ook met de kwetsbaarheid van mensen: de orkaan met de mooie naam Irma richt verwoestingen aan en tegelijkertijd liggen Jos en Mieke in een (bijna) vechtscheiding, om maar eens twee uitersten te benoemen. Hoe werkt dan dat ‘waar twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden’? Of te wel: hoe ga ik om met het kwaad?
De eerste lezing ging er ook al over: hoe houd je elkaar op het goede pad. Want steeds worden we geconfronteerd met misstanden en die worden alleen maar frequenter in een samenleving waarin het individu hoogtij viert. Wanneer ik slechts mijn eigen bestaan hoef uit te bouwen, dan heb ik lak aan wat anderen menen. Als er dan botsingen komen: that’s their problem, ik val daarbuiten. Maar zo werkt het niet…
We zijn pas gelukkig als we met een goed gevoel met anderen optrekken. Geluk zit ‘m in relaties. Dat is vaak niet zo simpel. Het hoeft echt niet zo scherp te liggen als in het evangelie: als een broeder of zuster gezondigd heeft… maar ieder van ons kent mensen die onenigheid of forse ruzie met elkaar hebben, al of niet binnen een huwelijksrelatie. Hoe ga je in zo’n geval om met je eigen innerlijk? Laat ik de haat toe in mijn hart? Onlangs had ik nog een gesprek met iemand in een zeer moeilijke situatie. ‘Ik voel dat ik hem begin te haten.’ Wie dit toelaat, raakt ook zelf beschadigd. Ik stel me zo voor dat deze gevoelens van aversie, van haat zelfs, rond je heen draaien en graag zich in je hart willen gaan nestelen. Laat ik die enge beestjes toe of jaag ik ze weg. We hebben uiteindelijk wel de keuze. Even vóór dit evangelie viel Jezus scherp uit naar Petrus: weg Satan, naar achteren! Ook Hij werd aangevallen door verkeerde invloeden en reageerde heel resoluut. Weg! Ik laat me niet bespelen door gedachten die me geen goed doen en mijn eigen hart beschadigen.
Maar als het nu eens wel gebeurt? Als er nu eens ruzie is? Hoe te handelen? Neem iemand onder vier ogen, hoor ik in het evangelie. Heb ik wel het lef? Er is veel durf voor nodig. Dit gaat echt niet vanzelf want je vraagt je af: ben ik zelf wel zo zuiver. Wie ben ik dat ik dat mag doen? En als het niet lukt? Haal er iemand van de parochie, van de kerk, bij, gaat het evangelie verder. Ik ben er wel eens bij geroepen. Met wisselend resultaat. De kerk is er ook bij geroepen in Colombia waar de paus nu is, het heeft geholpen bij de vredesakkoorden. Het gaat steeds om een derde die in het spel komt, iemand van buiten. Kan natuurlijk ook God zelf zijn…
Hoe komt God dan er bij? Ik heb vrijdagmiddag een vlog (voor de ouderen: dat is een filmpje waarin jezelf iets vertelt) op internet geplaats. Het gaat over de rust en bezinning die ik in de abdijkerk ervaar. Het is nu al 1000 keer bekeken. Dat wil zeggen dat mensen behoefte hebben aan zo’n boodschap. De rust en de stilte toelaten, er ruimte voor maken. Zo kan ook God binnenkomen. Zeker als je dat doet met twee, drie of meer mensen. ‘Waar twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden.’ In plaats van agressieve gedachten of dergelijke ‘spul’ binnen te laten, kun je ook positieve gedachten toelaten, vrede, mildheid, soms ook beslissende keuzes want een vrouw of een man hoeft zich binnen een huwelijksrelatie niet te laten misbruiken. Het gaat ook om het toelaten van een uitspraak van Jezus: ‘Waar twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden.’ Want dit geldt niet alleen voor nu hier in deze viering, het werkt ook op maandag, de hele week door. We ontmoeten de komende week allemaal ook andere mensen. Wie dan zorgt dat het gesprek anderen ten goed komt, bouwt aan het Rijk van God, die nieuwe wereld. Het gaat er om dat wij elkaars hart genezen en vriendschap laten stromen.
Joost Jansen, norbertijn