Als we het nog hebben over God, waar is Hij dan te horen, te zien, te vinden, vandaag? Als… want het spreken over God en zijn boodschap is geen hot item meer in onze samenleving. Er zijn groeperingen die dit tot de privésector rekenen. God en godsdienst: dat doe je maar in je vrije tijd en ‘achter de voordeur’ die je dan goed dicht moet houden.
Men doet soms ook een beroep op de scheiding tussen kerk en staat. Maar gelovige mensen, mensen van de kerk en de kerken, behoren wel tot de samenleving. Samen mogen we bouwen aan een veilige wereld en vanuit welke drive doe je dit? That’s the question.
De vraag van Jezus aan die twee nieuwsgierige knapen, Andreas en nog iemand, we weten niet wie het is, zou het Johannes zijn geweest… de vraag van Jezus is prachtig: ‘Wat verlangen jullie?’ Geen preek, geen wervend verhaal om iemand over de streep te trekken, niet ‘ik zal het je wel eens vertellen, uitleggen zelfs’, gewoon een vraag naar wat iemand verlangt. Ja, wat verlangen we eigenlijk? En dat woordje ‘eigenlijk’ doet er toe omdat we zo aangesproken worden op meer dan een oppervlakkig verlangen. Het gaat er om wat je ten diepste verlangt. Het zal waarschijnlijk iets te maken hebben met verbondenheid, met relaties, met leven en dood. Het is al heel wat als je bij je diepste verlangen kunt stilstaan. En dan krijgen we daarop een even ongebruikelijk antwoord van die twee leerlingen van Johannes de Doper: ‘Waar houd jij je op, laat eens zien waar je woont.’ Het is een prachtige dialoog die ons heel wat te zeggen heeft.
Waar is God te vinden? Hoe kom je Hem op het spoor? Kom maar mee, spreek met elkaar over je diepste verlangen, laat je uitdagen om je hart door een ander te laten raken. God is te vinden in de ontmoeting, in de vriendschap, in liefde. Is dit niet te eenvoudig? Zijn we dan niet te snel klaar? Ja en nee. In de kern lijkt me dit wel een goed antwoord maar dan zijn we er nog niet. Je kunt wel ’n keer een diepe ontmoeting hebben, momenten waarop je elkaar raakt. Maar is dat dan een ontdekking van God? Veel mensen hebben fijne momenten, gelukkig. Ze zullen echt niet allen dit benoemen als dat ze God gevonden en ontmoet hebben. Er is meer nodig. Ik hoor Andreas zeggen tegen zijn broer Simon, die Petrus-Rots zal worden: wij hebben de Messias gevonden. Andreas is geraakt door Jezus als mens, en hij koppelt deze Jezus aan de oude verhalen over een Messias die zou moeten komen. Zo iets gebeurt ook bij Samuël. Er staat in dat verhaal dat er bijna niet meer gesproken werd over God. Gelukkig werd de lamp in het heiligdom brandend gehouden. Gelukkig dat we nog wel kaarsjes blijven aansteken. Gelukkig dat er nog wel mensen zijn zoals de oude Eli (en zijn collega’s van vandaag) die kunnen herkennen of een roep echt van God komt. Geraakt worden is één, er het verhaal bij krijgen zodat je er mee kunt omgaan is twee. Dan kunnen we het verhaal verder vertellen, onze eigen ervaringen er in leggen. Dan wordt dat verhaal over waar God te vinden is, ook vandaag, een eigentijds verhaal.
Waar is God te horen, te zien, te voelen vandaag? Hij is te ervaren als we gaan doen wat we van Hem horen. Natuurlijk kunnen we een hele riedel aan goede voornemens ophoesten. Sinds 1 januari zijn er al verschillende gesneuveld. Ik beluister vandaag zowel in de lezingen alsook onder mensen de roep om te vertellen wat God jou en mij gedaan heeft, als ik bij Hem thuis kom in deze kerk, in mijn binnenkamer, maar ook als ik Hem zoek onder mensen. Hij is aanwezig en verlangt er naar om ontdekt te worden. Mooi woord ont-dekken: het houdt zowel verrassing in alsmede de opdracht om door het floers van de onverschilligheid heen te stoten naar dat geheim van stilte en liefde waar iedere mens niet alleen van droomt maar ook in zich draagt. Daar ben je thuis. ‘Kom maar mee en kijk waar ik woon!’ Daar waar je woont… Kunnen anderen daar waar ik woon zien dat God voor mij een Iemand is? Niet een iets, maar een Iemand? Iemand die met mij optrekt en ik met Hem. Dat moet toch te zien zijn als je gedoopt bent naar Hem toe! Dat Hij zichtbaar bij mij is en daar waar ik woon. Dat God er is, zijn Verhaal met mij deelt opdat ik Hem verder spreek en Hem deel?
Joost Jansen, Abdij van Berne