Op veel plaatsen zien we de kersenboomgaarden weer terug komen in het landschap.

Nu het aspergeseizoen is afgelopen en de eerste kersen weer rijp zijn leek het D’n HaDeejer een goed idee om wat meer te weten te komen over de kersenteelt in Brabant.

Er is een groot verschil tussen de boomgaarden van vroeger en de boomgaarden van nu. De boomgaarden van vroeger bestonden uit hoge bomen, meestal in een grasveld. Voor het afschrikken van vogels werd er met ratels, knallen en vogelverschrikkers gewerkt.

Het plukken gebeurde met behulp van ladders en trappen. Hoe anders is het nu.

Dus maar weer eens op excursie bij Verkuijlen Groente en Fruit.

Zoals altijd werden we weer gastvrij ontvangen door Jo Verkuijlen. Na de koffie geeft hij uitgebreid uitleg over de kersenteelt bij zijn bedrijf waarna hij ons meeneemt naar de Justitieweg. Daar laat hij ons zien wat er allemaal komt kijken voordat de kersen in de winkel aan de Boterweg liggen of in grote vrachtwagens onderweg zijn naar Albert Heijn.

Verkuijlen heeft 8 hectare beplant met lagestam kersenbomen. De percelen worden gedurende het voorjaar en de zomer voorzien van een overkapping die snel open of dichtgemaakt kan worden. Rondom kunnen de boomgaarden voorzien worden van netten. Hierdoor krijgen vogels geen kans om een gedeelte van de oogst op te eten of te beschadigen. Ook het risico van besmetting door insecten is hierdoor aanzienlijk verminderd. Verder wordt door de overkapping vorst, hagel en regenschade voorkomen en heeft men geen last meer van gesprongen kersen.

Door de toepassing van overkappingen en netten wordt de netto opbrengst meer dan verdubbeld ten opzichte van de teelt zonder deze toepassingen.

Kersenbomen hebben erg veel water nodig. Daarom wordt er dagelijks met water gesproeid dat verrijkt is met meststoffen.

Wanneer de zijdoeken neergelaten worden, moeten eerst alle vogels weggejaagd worden. Daar is men met ongeveer 40 mensen een halve dag mee bezig. Merels zijn zo slim dat zij onder de zijdoeken door naar binnen kruipen en weer gaan nestelen in de kersenbomen. Grappig detail: bij de laatste wegjaagactie zijn er 4 á 5 Vlaamse gaaien binnen de overkapping gebleven en deze roven de nesten van de merels weer leeg.

Vroeger was er een grote diversiteit aan kersen. Er waren alleen al in Brabant tientallen verschillende soorten kersen te krijgen. Verschillende plaatsen hadden hun eigen soort, bijvoorbeeld Mierlohout en Uden. Momenteel zijn er maar een zestal soorten waarmee door de meeste telers gewerkt wordt. Hoofdrassen zijn: Grace Star, Merchant, Kordia, Karina, Regina en Korvik. Deze rassen zijn in België gekweekt in een speciaal project met overheidssubsidie. België is momenteel het toonaangevende land waar de beste rassen vandaan komen. In België wordt in het algemeen nog zonder overkapping gewerkt. Hierdoor gaat ongeveer 60% van de oogst verloren. Daarom wordt daar nu geïnvesteerd in overkappingen en zijn al diverse Belgische kersentelers bij Verkuijlen op bezoek geweest om te kijken hoe het werkt.

De verschillende rassen in een boomgaard worden ná elkaar rijp waardoor het kersenseizoen, afhankelijk van het weer, verlengd kan worden tot maximaal 6 weken.

Uit het bovenstaande blijkt wel dat er enorme investeringen nodig zijn om aan de kersenteelt te beginnen. Bij Verkuijlen is er de afgelopen jaren voor bijna 2 miljoen Euro geïnvesteerd en nu is de tijd aangebroken om te oogsten.

Vanaf aanstaande maandag zijn er minimaal 30 pluksters iedere dag bezig met de oogst. Vrijwel iedere dag worden er gemiddeld 10 pallets kersen aan Albert Heijn geleverd . Daar boven op komen nog de kersen voor de eigen winkel waar wij met zijn allen dan weer van kunnen genieten.

De laatste investering is een verpakkingsmachine (kosten 160.000 Euro) waarmee de kersen gesorteerd, gewogen, luchtdicht verpakt en geëtiketteerd worden.

Verkuijlen heeft op korte termijn geen plannen voor uitbreiding. De bomen die nu de oogst leveren, hebben een economische levensduur van 10-15