‘Dweilen met de kraan open…’ ‘Het is een gebed zonder end…’ verzuchtingen die geslaakt worden in welhaast uitzichtloze situaties.
Meestal op het persoonlijke vlak of in de hulpverlening bij de zoveelste poging van een alcoholist om van zijn verslaving af te komen. We kunnen het ook nog doortrekken naar de toestand in onze wereld waar de oorlogen niet stoppen en men trots is als men weer een wapendeal heeft kunnen sluiten met Saudi-Arabië, goed voor de werkgelegenheid… Om moedeloos van te worden.
Eensgezind volharden in gebed… staat er voor op uw boekje en het sluit mooi aan bij het evangelie waarin Jezus blijft bidden voor zijn vrienden die zijn werk moeten overnemen. Hij is tenslotte weggegaan met Hemelvaart. Hij heeft beloofd om de goede Geest van God te zenden, dat is met Pinksteren, over één week. En wat doe je in de tussenperiode, de tijd wanneer God weg lijkt te zijn?
Voor een groeiende groep mensen is God dood, verdwenen, foetsie. ‘Daar heb ik niets meer mee’, zei iemand mij onlangs. ‘Het is voor mij nu rustiger, hoef ik me daar niet meer druk om te maken.’ ‘Als er een God is dan laat Hij toch niet mijn kind sterven of dan zou Hij die oorlogen toch kunnen tegenhouden?’ En de wolk die Jezus onttrok aan het zicht van die omhoog starende apostelen, die wolk in nu the cloud geworden waarin onze digitale bestanden zijn opgeslagen. Ongrijpbaar voor het menselijk oog maar wel belangrijk. Eigenlijk hele kwetsbaar.
God is weg, Hij is dood, dat zei de filosoof Nietzsche al. Hij bedoelde echter dat een god die je naar je eigen beeld en gelijkenis geschapen hebt, de sinterklaasgod die in moet grijpen als wij het niet meer kunnen, dat die God dood is. En dat is goed. Die god is niet de echte God van ons geloof. De God van ons geloof - ik hoef maar te luisteren naar wat Jezus ons zegt in het evangelie – is een Vader die je kunt aanspreken, altijd. Je kunt Hem vragen om met je mee te trekken en die je daardoor ook steun geeft. Ik zal het zelf moeten doen maar niet zonder hulp.
En als je Hem nu eens een tijdje kwijt bent? Als Hij nu eens van ons is weggenomen en je voelt Hem niet meer? Gemis vind ik een goede zaak. Je kinderen zijn op vakantie, je mist ze. Die kleine bezoekjes. Je krijgt een whatsappje, ach ze zijn daar! Je denkt aan ze, je hart is bij hen. En zij bij jou, anders stuur je geen berichtje uit den vreemde. Bidden is vergelijkbaar. Bidden is met heel je hart bij die Ander zijn, aan Hem denken, je afvragen hoe Hij in die en die omstandigheden zou handelen. Die alcoholist die niet van zijn verslaving af wil komen, is best vervelend. Maar hem laten stikken in zijn ellende? Of toch even bij hem langs gaan? Ik weet wel, het is dweilen met de kraan open. Maar toch… hij blijft een mens, zoals u en ik. Leven dus met een onzichtbare God tot wie we bidden en kracht van Hem ontvangen.
Ik meen dat wij een opdracht hebben zoals we hier in deze kerk bijeen zijn. Op de een of andere wijze geloven wij in die God, ieder op zijn of haar wijze. We zijn dus bewogen om Hem en om zijn mensen. We laten dit ook zien: door onze aanwezigheid, door onze zang, door ons gebed. En al die mensen voor wie God dood is? Of moeten we zeggen: voor wie God ‘als dood’ is omdat ze Hem niet meer tegenkomen, Hem niet meer voelen? Ik denk dat daarom Jezus bidt, voor ons. Nu nog steeds, zo geloof ik. Wanneer we ons dat bewust zijn dan denk ik dat we in ons dagelijkse leven de goede dingen doen. Verbinden in plaats van verdelen. Goede dingen zeggen en niet roddelen. Mensen voor laten gaan en niet iemand een zet geven zodat jij op de eerste plaats komt. Goede initiatieven ondersteunen ook in onze parochie en ons dorp. Een Poolse jonge moeder begint tien dagen geleden met het bidden van de rozenkrans in kerk van Heeswijk. Vrijdagavond – de tweede keer – was de groep alweer gegroeid. Zo klein is het soms. Persoonlijk initiatief dat onmiddellijk weerklank vindt.
Met Hemelvaart is Jezus ten hemel opgenomen, zo heet dat. Hij lijkt weg. Hij blijft voor ons bidden. En als we dat bij ons binnen laten dringen, dan is God er, als kracht tot veranderen! Dan is Hij eigenlijk nog dichter bij ons dan ooit te voren want Hij leeft dan in ons.
Joost Jansen, norbertijn