Overweging op 27 september 2015
Paus Franciscus bezoekt de Verenigde Staten en zijn Fiatje 500 is een duidelijk statement. Niet die patserauto’s die vóór en achter hem rijden, maar het vervoermiddel van de eenvoudige werkman.
Waarom hij dat doet? Om mensen tegen de haren in te strijken? Of eerder om zijn boodschap van hoop, van vreugde, van liefde voor alle mensen en met name voor de armen uit te stralen.
Deze paus wil er zijn voor alle mensen en dat begrijpen ze heel goed in Amerika, katholiek en niet-katholiek. Het gaat hem er niet om mensen uiteen te spelen. Het gaat de paus om mensen van goede wil te bemoedigen en te bevestigen, zoals Jezus dat in het evangelie van vandaag ook doet. Dat alles neemt echter niet weg dat er soms harde noten gekraakt moeten worden zoals de pauselijke stellingname tegen de macht van rijke landen die de kleinsten wegdrukken, of het woord van Jezus vandaag in het evangelie dat wie een van deze kleinen iets aan doet maar met een molensteen om de nek in de zee gegooid moet worden.
Ik ga er van uit dat u dit toch als beeldspraak opneemt.
We krijgen deze lezingen én het voorbeeld van paus Franciscus op deze zondag waarop de vredesweek wordt afgesloten. Het werken aan vrede is geen privilege van katholieken of christenen, het is een opdracht voor iedere mens. Ik ben dan geneigd om toe te voegen ‘van goede wil’. Maar dan kom ik juist in het spanningsveld van onze tijd. Het werken aan vrede zal van heel verschillende mensen moeten komen, mensen van goede wil en ook van mensen met wat minder goede wil maar die wel veel macht in handen hebben. Hoe kan men te werk gaan? Daarvoor wil ik de lezingen van deze dag nog beter lezen.
Ik wil me laten raken door Mozes, de grote leider van het volk die een groep slaven uit Egypte heeft geleid en in de woestijn van ‘zooitje ongeregeld’ tot een volk moest smeden. We hoorden het in de eerste lezing. Mozes moet wel een goede leider zijn geweest want na veertig jaar stond daar een volk. Wat is zijn geheim? Vertrouwen, meen ik. Vertrouwen dat de geest, dat Gods Geest, in iedere mens kan werken als je je er maar voor openstelt. Mozes verzucht: ‘Ik zou willen dat heel het volk profeteerde.’ Hij wil daarmee niet zeggen dat ze allemaal toekomstvoorspellers worden of een beetje exotisch gaan doen. Profeteren betekent veeleer dat je alles wat je tegenkomt in het licht ziet van Gods bedoelingen.
Dat is dus: harmonie, aandacht voor wie het onderspit delft, de machtigen proberen te temperen.
Dit laatste zit ook helemaal in het evangelie: het gaat om de kleinen… Of het nu gaat om een glas water, of het nu je hand is, of je voeten, of een klein kind, het gaat steeds om kleine dingen die ontzettend belangrijk kunnen zijn. Want iedere ruzie, iedere onenigheid begint altijd heel klein. Begint vaak daar waar we de jaloezie toelaten in ons eigen binnenste. Begint daar waar we net even geen aandacht hebben voor elkaar en over elkaar heen walsen. Oorlog heeft altijd ergens een klein begin.
Waar moeten we dan beginnen? Juist, bij kleine aanzetten van verandering. Grote conflicten in onze wereld worden nooit opgelost door nog meer bombardementen. Grote conflicten worden bijgelegd als met kleine stapjes de krijgsheren naar elkaar toe worden gebracht. Kijk eens hoe lang ze nu al bezig zijn in Bolivia tussen regering en FARC. Hoeveel jaren van diplomatie heeft het niet gekost om de Verenigde Staten en Cuba tot gesprekken te verleiden. En de rooms-katholiek kerk heeft hierin een leidende rol gehad. Maar ook op het kleine vlak van onze relaties: hoe belangrijk is het niet om voor je gaat slapen je elkaar weer in de ogen hebt gekeken.
Laten we blij zijn met elk gebaar, elk woord waardoor mensen weer tot elkaar komen. Laten we weerhoudend zijn in ons commentaar. Een vluchteling aan de deur van ons land is op de eerste plaats een mens. Wellicht dient de Heer zelf zich wel in de vluchteling aan.
En vooral: laten we bemoedigen al het goede dat er gebeurt. Hoeveel beter gaat het in onze verbanden als we elkaar een keer een compliment durven te geven. Deden we het allemaal maar… Ik zou willen dat de Heer op ons allen zijn Geest legde. Maar dat doet Hij toch!
Joost Jansen o.praem.