Een wolk onttrok Jezus aan de ogen van zijn vrienden en Hij was verdwenen. Ze hadden nog met Hem contact gehad na zijn dood en verrijzen maar na veertig dagen was deze vorm van rouwverwerking voorbij. Hij was weg. Helemaal? Ja en neen. Voor veel mensen is Jezus en ook God helemaal weg.Sommigen hebben er zelfs geen notie meer van. Anderen hebben het contact verloren want als je iemand niet meer voelt, iemand niet meer concreet in je leven is, dan verdwijnt Hij langzaamaan uit je leven.
Het verhaal gaat dat een wolk Jezus aan de ogen van zijn vrienden onttrok. Weet u waar het beeld van de wolk ook gebruikt wordt? In de computerwereld: de wolk, de cloud! In de cloud kun je al je gegevens opslaan. En je kunt ze ook weer terugbrengen op aarde, downloaden heet dat, letterlijk vertaald: naar ‘beneden laden’. Weer dat hoog en laag.
Wat hebben we van die Jezus nu in de cloud opgeslagen? Veel denk ik. Wij allemaal hier: ons doopsel, want we zijn gedoopt naar Jezus toe. Het vormsel voor velen, dus we zijn gelinkt door die Jezus aan de heilige Geest. De communie, ik hoor sommigen al denken de ‘eerste communie’. Ik weet niet aan de hoeveelste communie ik nu ben aangekomen, en u weet dat waarschijnlijk ook niet. Maar dankzij die Jezus komen we iedere keer weer rond het Woord en ronde de Tafel van de Heer bijeen. En dan heb je ok nog het huwelijk en het verzoenen, en de wijding en de ziekenzalving: allemaal van die Jezus-tekenen waardoor wij de gelovigen zijn die we zijn. Jezus is natuurlijk veel meer dan die zeven sacramenten maar ze zijn wel concreet en dat helpt ons.
Met Hemelvaart is dit alles met Jezus in the cloud opgenomen. En dat is voor veel mensen voldoende. Hoeven ze zich er niet meer mee te bemoeien. Je kunt overgaan naar de orde van de dag. Religie is iets van vroeger. Worden ze niet meer gehinderd door mensen die precies weten hoe je moet leven en je zo in je vrijheid belemmeren. Ik hoor mensen zeggen: ik bepaal mijn leven helemaal zelf, daar heb ik anderen niet voornodig. Maar het kan dan wel koud worden, en eenzaam, en kwetsbaar. Ik hoor mensen zeggen als hen wat overkomt: is er nog wat daarboven?
Ik heb een aantal groepsgesprekken gehad met ouders van eerstecommuniecantjes. Ik heb ze wat frontaal de vraag gesteld: wat levert het nu op in jullie gezin dat je je kind de eerste communie laat doen? Het werden boeiende gesprekken. Vaak werd een beroep gedaan op Boven, met name als het ergens tegen zat. Dan denk ik: kunnen ze ook danken in goede tijden? Of is je geloof er alleen voor de slechte tijden? In slechte tijden heeft men de neiging, de onuitroeibare reflex een beroep te doen op Boven. Men wil als het ware God of Jezus downloaden, Hem naar beneden laten komen, Hem nabij roepen. Moet Hij – of het nu God is of jezus – het opknappen? Neen, men is wel zo slim dat men de regie in eigen handen wil houden. Maar een duwtje in de rug, of voelen dat je er niet alleen voor staat, dat God je helpt, dat kan een grote kracht worden in de strijd om te overleven. Gelukkig is er Boven nog wat, of liever gezegd Iemand. En deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen hoorde ik in het evangelie: mensen op de been helpen, tegen de stroom in roeien, een Blijde Boodschap rond toeteren.
Hij die weggenomen is zal op dezelfde terugkeren, zeggen de engelen tegen de achtergebleven vrienden van Jezus. Hoe?
Ik denk ook door mensen die Hem downloaden in hun bestaan. Die dus wat Hij heeft gedaan, zelf doen. Mensen die stukje bij beetje aangesloten blijven op de cloud waarin ze hun Richtingwijzer, hun Jezus, kunnen opzoeken en doen wat Hij heeft gedaan. Gelukkig hoeven ze niet alles te doen. Alles de een maar barmhartig is en de ander wat meer rechtvaardig, als de een maar zorgt voor de zwakken en de ander onderzoekt of er ook nieuwe mogelijkheden zijn om die Blijde Boodschap te delen, als de een maar dichtbij huis blijft en de ander over grenzen heen kan gaan. En als we al die verschillende mensen, de hele variatie aan Jezus-krachten, bijeen houden, dan hebben we dat nieuwe lichaam van Christus. Hij die in de cloud is opgenomen, wil dit wel heel graag.
Joost Jansen, Abdij van Berne
