“We gaan er mee stoppen”, vertellen Jet van Liempd en Annie van Zutphen. Met Helna van den Boom vormen zij de groep huishoudelijk beheer van de Meierijsche Museumboerderij. Vandaar dat het boerderijmuseum nu naargeestig op zoek is naar nieuwe vrijwilligers.
De drie dames werken al jaren samen. Zij onderhouden niet alleen het museum, maar ook de schob en de karschob van de boerderij. Allen doen het werk met veel enthousiasme. Vooral de gezelligheid en de fijne sfeer op de boerderij zorgen er voor dat ze hun werk altijd met plezier verrichten. De drie zeggen: “zoek je een gezellige groep om vrijwilligerswerk te doen, dan moet je op de museumboerderij zijn”.
De Meierijsche Museumboerderij is ingericht op de manier waarop de mensen rond 1900 de boerderij bewoonden. Met alles wat zich indertijd in het woongedeelte bevond. Deze inrichting moet op dezelfde manier als in het huishouden worden onderhouden. Het meeste werk bestaat uit schoonmaakwerk. Maar dat is niet alles. De dames houden zich bijvoorbeeld ook bezig met het onderhoud van het beddengoed of het herstellen van gordijnen en tafelkleedjes.
Jet van Liempd is tevens bestuurslid van het stichtingsbestuur van de boerderij en zij stuurt de huishoudelijke dienst aan. Vanaf 1979 is zij actief als vrijwilliger en vanaf 1982 bestuurslid. Jet vindt het na 37 jaar genoeg geweest en zal op zaterdag 7 januari haar afscheid vieren. Daarom zoekt het bestuur van de stichting Meierijsche Museumboerderij, naast vrijwilligers voor de huishoudelijke dienst, ook een nieuw bestuurslid. Jet benadrukt dat ze het werk zal missen want op de boerderij heerst altijd zo’n gezellige sfeer. Ze zal daarom na haar afscheid zeker zo nu en dan op de boerderij komen helpen.
Dat geldt ook voor Annie van Zutphen. Ze geeft aan, dat ook zij binnen afzienbare tijd wil gaan stoppen. Het is haar leeftijd die maakt dat ze het rustiger aan wil doen. Annie is ten slotte al in de tachtig. Helna doet het werk nu zes jaar en denkt er niet aan te stoppen.” Het is hier veel te gezellig”, zegt zij heel enthousiast.
Foto’s en tekst: Fred Lennings