Dit is mijn lichaam… het staat voor op het boekje. Ga met zo’n uitspraak op de markt staan en u krijgt andere reacties dan verwacht. We zitten namelijk in een lichaamscultuur. Een groot deel van de reclame bestaat uit prachtige vrouwen en, in mindere mate, prachtige mannen die producten aanprijzen waarmee je je uiterlijk kunt accentueren.
Of ombouwen naar de neus van John Clooney of de decolleté van Sylvie Meis. Of het nu kleding is of toiletartikelen en cosmetica: het draait om het lichaam. Verwijst Jezus daarna als Hij zegt: Dit is mijn lichaam? Natuurlijk niet. Maar laten we niet te lichtzinnig ons afwenden van een wat alledaagse betekenis. Deze speelt altijd ergens mee…
Dit is mijn lichaam: we maken de link met Sacramentsdag, het hoogfeest waarop het mysterie van de eucharistie, van Brood en Wijn, het Lichaam en Bloed van Jezus centraal staat. Anderen zullen het hebben over wat er dan werkelijk, reëel, realis, in de heilige gaven gepresenteerd – presentia - wordt. Heel belangrijk. Hiermee is echter het mysterie niet geheel en al ontsloten, verre van dat. Want een betoog over ‘realis presentia’ kan de kern van de zaak voor ons vandaag verdoezelen. Dit is mijn lichaam, deze uitspraak van Jezus op de vooravond van zijn lijden en dood, wil ons verder brengen, over de grens van de dood heen, meen ik…
Wanneer Hij dan zegt ‘Dit is mijn lichaam’ dan staat Jezus stil bij het feit hoe Hij zich totaal, met heel zijn body, heeft ingezet om mensen tot elkaar te brengen. Jezus heeft niet iets moeilijks gekozen, iets exotisch. Hij heeft brood genomen, dagelijks voedsel. Brood waarvoor je moet werken. We gebruiken niet voor niets de uitdrukking ‘brood op de plank’ om te vertellen dat het bij brood ook gaat om je inkomen, om de basisbehoefte voor de mens. En dan is het fijn om te weten dat zelfs in het oude Israël ‘brood’ stond voor de hele economie. ‘Brood’ staat in het Eerste Verbond voor de basisbehoeften van een mens om te kunnen leven. De eerste schaal van Maslow zeggen wij vandaag. Van dit brood zegt Jezus: Dit is mijn lichaam… Hij maakt zich één met alles wat wij als mens basic nodig hebben. Het Brood van de eucharistie is niet iets wat we er ook nog bij krijgen. Het is een wezenlijk onderdeel van bestaan als gelovige, als christen. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat wij rooms-katholieken een eucharistisch volkje zijn. Jammer dat niet altijd meer in de parochies eucharistie gevierd kan worden. Het blijft toch het hoogtepunt van ons gelovig vieren.
Verlangen wij naar dit Brood? Verlangen wij er naar in deze kleine waaier van betekenissen? Ik denk dat daarom de gelovige traditie van onze kerk naast het feest van Witte Donderdag ook nog eens extra dit mysterie van de eucharistie naar voren haalt met zo’n feest van Sacramentsdag. Natuurlijk is het mooi als je in een processie dit heilig Brood, dit Lichaam van Christus, kunt ronddragen met de bedoeling om niet alleen in de kerk maar ook rond de kerk, daar waar de mensen wonen, zijn Aanwezigheid present te stellen. Het is denk ik nog meer de bedoeling van diezelfde Jezus dat zijn Lichaam ook ons bezielt, wij als lichaam. Want zijn wij niet bedoeld om samen zijn lichaam te vormen?
Wat wij ontvangen in het heilig Brood, dat zijn wij zelf, zei Augustinus. Ook om het meer en meer te worden, dat Lichaam van Christus in onze samenleving. Ik meen dat dit de ultieme betekenis is van wat Christus bij het Laatste Avondmaal ingesteld heeft. ‘Dit is mijn lichaam’: Ik breek en deel Mijzelf en als jullie dat ook doen dan zijn jullie mijn Aanwezigheid overal waar jullie je bevinden.
En waar bevinden wij ons? Thuis, op het werk, op vakantie, al sportend of ontspannend. Wil Hij daar overal aanwezig zijn? Ik denk het wel. Want om er een ander beeld bij te halen dat helemaal verwant is aan brood: het is Zijn bedoeling dat wij zuurdesem zijn in onze samenleving. Niet een geïdealiseerde samenleving, een samenleving die we graag zouden willen hebben. Gewoon in de menselijke verbanden waar wij na deze viering naar toe gaan: daar wil Christus aanwezig zijn. Zijn Lichaam hier gebroken en gedeeld staat niet los van hoe wij zijn Lichaam aanwezig laten zijn waar wij ons bevinden. Waar wij dus onze ervaringen als gelovige mensen delen, daarvan zegt Jezus: dit is mijn Lichaam!
Joost Jansen, Abdij van Berne